Podium ‘Best practices in BIM’
Tekst: JENK / Foto: Dirk-Jan van Dijk
De bouw zit hem in het bloed. Als zoon van een voorman/uitvoerder die bijna een leven lang bij Wessels Rijssen werkte, was zijn carrièrepad al met potlood ingetekend. Toch nam hij een digitale afslag. Zijn eerste 3D-project in 1994 als tekenaar bij Aveco de Bondt ontstak een vuur in hem dat nooit meer is gedoofd. Verschillende opleidingen, cursussen, onderzoeken en projecten in binnen- en buitenland bezorgden hem uiteindelijk de bijnaam: de BIM-specialist. Hans Hendriks over de ontwikkeling van BIM, de uitdagingen in de branche en de samenwerking met Visser & Smit Bouw.
Hoe heeft BIM zich de afgelopen jaren ontwikkeld?
‘In de staalindustrie was het al lange tijd gebruikelijk om een ontwerp digitaal in 3D uit te werken. Bij Aveco de Bondt gebruikten we een Engels softwarepakket waarmee we de meest complexe staalconstructies voor diverse projecten in Nederland uittekenden. Na staal volgden al snel de betonconstructies. Daarna duurde het vrij lang voordat ook installaties en andere bouwkundige elementen in 3D werden uitgewerkt. Inmiddels is BIM heel breed verspreid. Aannemers gebruiken het vrijwel allemaal en ook toeleveranciers en installateurs zetten flinke stappen. Alleen had ik verwacht dat BIM ook meteen gebruikt zou worden voor bijvoorbeeld calculaties, simulaties en levenskostenanalyses, maar dat gebeurt nog maar op kleine schaal. BIM is nog niet verweven met het hele bouwproces.’
Waar ligt dat aan?
‘Dat heeft onder andere te maken met contractvormen. Een eindgebruiker of opdrachtgever ontvangt niet altijd een BIM-model of krijgt een model waar hij niets mee kan. Vooraf is niet duidelijk vastgelegd wat er opgeleverd moet worden. Een architect levert alleen een ontwerp en de aannemer is vooral bezig het model zó in te richten dat hij goed kan produceren. Ze staan nog niet altijd stil bij wat de opdrachtgever later nodig heeft. En vaak weet de opdrachtgever dat zelf vooraf ook nog niet precies, dus dat maakt het extra lastig. Het is ook geen kritiek. BIM staat in de gebruiksfase gewoon nog in de kinderschoenen.’
Waar kun je als opdrachtgever een goed BIM-model voor gebruiken?
‘Bijvoorbeeld voor beheer en onderhoud. En dan heb ik het niet alleen over schilderwerk en het vervangen van onderdelen, maar ook over de exploitatie. Hoeveel spreekkamers van een bepaalde grootte zijn er? Wat zijn de exacte gegevens voor het plannen van een kleine verbouwing? En denk ook aan de opkomst van het Internet of Things (IoT). Je wilt je BIM-model ook als kapstok gebruiken voor alle sensoren en apparaten.’
Wat moet er nog gebeuren voordat BIM onderdeel uitmaakt van het hele bouwproces?
‘We moeten vooral meer ervaring opdoen en leren van onze best practices. Welke informatie hebben we nu precies nodig? En als we dat weten, moeten we dat in de contractfase al opnemen. Een goed voorbeeld van zo’n best practice is een project waarin ik prettig heb samengewerkt met Visser & Smit Bouw: het Gelders Huis in Arnhem. Daar wordt het BIM-model ook echt gebruikt voor de exploitatiefase. Al leert het ons ook dat we soms moeten doorvragen. Wat wil een eindgebruiker exact doen met de data? Nu is de tendens: lever alles maar, dan zien we later wel wat we ervan willen gebruiken. Dat is zonde, want zo’n BIM-model is een flinke investering.’
We moeten vooral meer ervaring opdoen en leren van onze best practices...
Zijn organisaties klaar voor deze volgende stap?
‘Niet allemaal. Het hangt heel erg af van de cultuur, het gedrag binnen een bedrijf en vooral van de aanwezige kennis. Je moet mensen hebben die precies herkennen wat de behoefte van de opdrachtgever is. Die weten welke data straks belangrijk is en hoe ze dat precies moeten organiseren. Het is verleidelijk om heel veel info op te nemen, maar hier geldt echt dat minder kwantiteit de kwaliteit ten goede komt. Bij Visser & Smit Bouw is die kennis ruimschoots aanwezig. Ik durf wel te stellen dat ze door hun duidelijke universele aanpak in de voorhoede lopen.’
Is de benodigde data altijd voor iedereen beschikbaar?
‘Het ontsluiten van de juiste data is ook nog een uitdaging. Elke partij binnen de keten bouwt veel data op, maar deelt deze informatie niet altijd met de andere ketenpartners. Een toeleverancier deelt bijvoorbeeld alleen de informatie die de aannemer nodig heeft voor zijn model, terwijl de eindgebruiker misschien wel hele andere dingen wil weten. Dat heeft ook te maken met de beperkingen in het systeem. Er is ruimte om tekeningen met elkaar te delen, maar bijvoorbeeld garantiecertificaten slaan we nog niet uniform in een gebouwdossier op.’
Verwacht je ontwikkelingen op dit vlak?
Bij buildingSMART (de wereldwijde brancheorganisatie die de digitale transformatie van de bouwsector stimuleert, red.) werken we internationaal aan een ‘ecosysteem’ voor digital twins. Zo’n digital twin is een digitale kopie van het fysieke gebouw. Alle informatie die op verschillende plekken in de keten wordt opgebouwd, wordt als een ecosysteem aan elkaar geknoopt om zo een digitale tweeling op te bouwen met gegevens van het werkelijke gebouw. Denk aan kamertemperaturen, oppervlaktes voor schoonmaak, enzovoort. Ik denk dat we daar in Nederland ook naartoe gaan. Niet alles centraal opslaan op één locatie, maar dat we binnen een BIM-model door goede afspraken met elkaar op een eenvoudige en veilige manier data kunnen uitwisselen. Een project dat hieraan moet bijdragen is digiGO. Hiermee worden bedrijven en organisaties in de keten gestimuleerd om de gebouwde omgeving versneld te digitaliseren.’
Wat is de grootste uitdaging voor bouwbedrijven?
‘Sociale innovatie is een grote uitdaging. De techniek is vaak wel op orde, maar het gaat vooral om het ontwikkelen en vasthouden van kennis. Je ziet binnen organisaties dat er altijd een paar enthousiaste mensen zijn die de rest meetrekken. Het is zaak dat hun kennis en enthousiasme breed gedeeld en overgedragen wordt. Daarnaast is het beheer en onderhoud van een model ook een belangrijk onderwerp. Wie zorgt ervoor dat een model na oplevering up-to-date blijft en dat alle eventuele wijzigingen netjes verwerkt worden? Bij een assetmanagementcontract ligt die verantwoording vaak bij een organisatie zoals Visser & Smit Bouw. Maar soms pakt een eindgebruiker dit zelf op of besteden ze het uit aan derden. Dit is een interessante ontwikkeling. Ik verwacht dat hier voor de branche straks een mooie kans ligt!’