Samenspraak Samen circulair
Tekst: JENK / Foto: Dirk-Jan van Dijk Photography
Het is een uithangbord voor circulair bouwen en een aanjager voor samenwerking in de keten: LAB42, het nieuwe gebouw van de Universiteit van Amsterdam (UvA) op het Amsterdam Science Park. Tenderleider van Visser & Smit Bouw Mohamed Boulghalegh en senior adviseur circulair bouwen van Alba Concepts Sander Holm bogen zich in het tendertraject samen over de circulaire invulling van het project.
‘Ik wil beginnen met een compliment’, start Sander. ‘Dit was Mohameds eerste tender binnen Visser & Smit Bouw. En wat voor één! Hij stond voor de uitdaging circulaire oplossingen te vinden en tegelijkertijd kosten te besparen. Samen met zijn team heeft hij circulair bouwen écht omarmd. Het succes van de tender is mede te danken aan zijn enthousiasme en vastberadenheid.’
Van skin tot services
Het ontwerp van Benthem Crouwel Architects inclusief een aantal circulaire elementen lag al klaar. Op basis van dit ontwerp ging Mohamed aan de slag met de calculatie, een plan van aanpak en aanvullende circulaire ideeën. Circulariteit is relatief nieuw. Hij besloot daarom ook extern advies in te winnen en kwam al snel uit bij Alba Concepts. Om tot goede concrete oplossingen te komen, organiseerde Mohamed samen met Sander op één dag vier brainstormsessies met de onderwerpen: skin (gevels en daken), structure (constructie), space plan (inrichting en afbouw) en services (technische installaties). Hierbij schoven telkens andere specialisten aan. Ze maakten de verdeling op basis van de Layers of Brand. Een theorie gebaseerd op de technische levensduur van de verschillende elementen in een gebouw. ‘Een constructie staat misschien wel honderd jaar en een binnenwand misschien maar vijftien’, legt Sander uit. ‘Voorkomen van verspilling is bij die laatste van nóg groter belang.’
De echte pareltjes zorgen voor kostenbesparing én circulariteit…
Pareltjes
Iedereen dacht mee over circulaire verbeteringen. Mohamed: ‘Wat kun je betekenen in dit project? We stelden die vraag aan collega’s, maar ook aan partners in de keten.’ Het leverde uiteindelijk een long list op aan circulaire verbeterpunten. Toch bleken veel punten niet haalbaar. ‘We moesten werken met een ontwerp, maar ook met een maximaal budget en een strakke opleverdatum. Toen bleek dat we flink boven budget zaten, hadden we dus een extra uitdaging.’ Mohamed en zijn collega’s legden de UvA een lijst voor met tientallen circulaire én prijsoptimalisaties op het bestaande ontwerp. Het bleek een schot in de roos. ‘Ze waren onder de indruk en wilden met ons het gesprek aan.’ Sander onderschrijft dit: ‘Van die lange lijst met optimalisaties bleven uiteindelijk de echte pareltjes over. De punten die zorgen voor kostenbesparing én voor een betere score op circulariteit.’
Vrolijk
Veel van de verbeterpunten kwamen voort uit gesprekken met partners en leveranciers. ‘We hadden bijvoorbeeld onze afbouwpartner en fabrikant Knauf aan tafel. Bij de metal-studwanden zijn de binnenste gipsplaten niet te zien en dus kunnen we hiervoor prima eerder gebruikte platen inzetten. Dat scheelt potentieel 50% aan nieuw materiaal!’, rekent Mohamed voor. De keuze van de juiste materialen en elementen hing af van verschillende variabelen. ‘Sander leerde ons dat een element of materiaal met een iets hogere initiële milieubelasting toch interessant kan zijn wanneer bijvoorbeeld de levensduur langer is en de circulariteit beter.’ Op basis hiervan en uit kostenoverwegingen werd in plaats van een houten gevel uiteindelijk gekozen voor prefab aluminium gevelelementen. Een ander voorbeeld is de staalconstructie. ‘Deze was al remontabel, maar toch hebben we het ontwerp nog verder geoptimaliseerd door de gelaste stalen vakwerkliggers in stukken aan elkaar vast te bouten. Het is efficiënter in transport, makkelijker in montage én het kan uiteindelijk aan het einde van de levensduur weer uit elkaar.’ Met een lach: ‘Daar word ik vrolijk van!’
Stapje voor stapje
LAB42 is een visitekaartje voor Visser & Smit Bouw. Toch zijn Mohamed en Sander het met elkaar eens dat circulaire projecten eigenlijk vragen om een aanpak waarin ontwerp en realisatie meer van elkaar leren. De traditionele processen schieten soms tekort. ‘We zitten het liefst natuurlijk veel eerder met de opdrachtgever aan tafel’, bekent Mohamed. ‘Dan kunnen we meteen meedenken en rechtstreeks schakelen over het ontwerp en de circulaire uitdagingen en kansen die we zien.’ Sander is het hiermee eens. Hij vindt dat circulariteit vooral gaat over een andere manier van samenwerken en over verantwoordelijkheden bij de juiste partijen leggen. ‘Een traditionele aannemer organiseert alleen de realisatie van een project. Waar we naartoe willen is dat gebruikte materialen hun waarde behouden en marktpartijen deze weer kunnen benutten. Het ontmantelen van een gebouw wordt een omgekeerd bouwproces waarin het materiaal zijn weg weer vindt naar een nieuw project. Hier bij voorbaat afspraken over maken, is nog niet gangbaar in de sector. Maar als we consequent het materialenpaspoort gaan gebruiken en er meer van dit soort mooie circulaire projecten geïnitieerd worden, komen we telkens een stapje dichterbij!’